Actieplan moet zorgverleners stimuleren zich te laten vaccineren

In juni publiceerde onderzoekscentrum Sciensano een rapport over de vaccinatiegraad bij zorgmedewerkers. Daaruit bleek dat op nationaal niveau de meerderheid van de zorgmedewerkers minstens een eerste dosis van het vaccin ontvangen had. Toch moet de vaccinatiegraad van die groep hoger, onder meer om een betere bescherming te creëren tegen de verspreiding van de erg besmettelijke Delta-variant van het coronavirus. Zorgverleners zijn nog niet verplicht om zich te laten vaccineren, maar de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid rolde wel een actieplan uit om de vaccinatiecampagne een nieuwe boost te geven.

Vaccinatiegraad bij zorgmedewerkers

Waar in België 73,5% zorgmedewerkers een eerste dosis van het vaccin kreeg, zijn dat er in Vlaanderen 83,4%. In Brussel en Wallonië ligt de vaccinatiegraad een pak lager.

De vaccinatiegraad verschilt ook tussen diverse beroepscategorieën. De hoogste vaccinatiegraad vinden we terug bij artsen, apothekers en tandartsen. Kinesitherapeuten en vroedvrouwen laten zich minder vaak vaccineren. Bij de Vlaamse verpleeg- en zorgkundigen bedraagt de vaccinatiegraad respectievelijk 86,7% en 77,3%.

Drie acties

Via verschillende acties wil de IMC Volksgezondheid ervoor zorgen dat er nog meer zorgmedewerkers zich laten vaccineren:

• Als eerste wordt er ingezet op sensibilisering. Het Agentschap Zorg en Gezondheid plaatste de campagne- en informatiematerialen die reeds uitgewerkt zijn, nog eens in de kijker.
• Als tweede wordt er ingezet op transparantie, door de vaccinatiegraad per zorginstelling openbaar te plaatsen. De opties hiertoe worden momenteel nog bekeken, maar voorzieningen zullen niet verplicht zijn om hieraan deel te nemen.
• Als laatste zal de mogelijkheid om vaccinatie te verplichten voor alle zorgmedewerkers onderzocht worden.

Meer informatie

Meer cijfers over de vaccinatie van de zorgmedewerkers vind je in het rapport van Sciensano.

Meer informatie over het actieplan vind je in het persbericht van de IMC Volksgezondheid.