Vlaamse regering maakt komaf met ongelijke financiering in residentiële ouderenzorg

Vlaamse regering maakt komaf met ongelijke financiering in residentiële ouderenzorg

financiering ouderenzorg

Na een voorakkoord, eind 2020, raakten de Vlaamse regering, de vakbonden en de zorgkoepels het in april 2021 definitief akkoord over grote investeringen in de zorg. Het akkoord heeft een belangrijk effect op de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen. Naast extra personeel en de inzet van meer diverse profielen, wordt sinds deze week ook de ongelijke financiering voor bewoners met eenzelfde zorgprofiel opgeheven. De Vlaamse Ouderenraad vroeg hier al erg lang naar, en reageert tevreden dat deze discriminatie eindelijk is opgeheven: “Dit betekent meer personeel voor een betere zorg.”

Historisch verschil is verleden tijd

Sinds de jaren ‘90 bestaat er een verschil in financiering, en dus in aantal personeelsleden, voor zwaar zorgbehoevende bewoners in de woonzorgcentra. Voor bewoners in een ‘Rust- en verzorgingstehuis’ (RVT) werd meer personeel voorzien dan in een ‘Rustoord voor Bejaarden’ (ROB). Dat komt omdat een RVT oorspronkelijk bedoeld was om ouderen met een zwaar zorgprofiel op te vangen, en een ROB was er om mensen met een lichter zorgprofiel op te vangen. In de praktijk gaat het niet om aparte voorzieningen, maar zijn er in bijna elk woonzorgcentrum zowel ROB- als RVT-woongelegenheden.

Door maatschappelijke evoluties was die opdeling niet meer correct. Mensen wonen steeds langer thuis en verhuizen later in hun leven naar het woonzorgcentrum, wanneer hun zorgnoden al hoger zijn. Daardoor namen de zorgnoden en de werkdruk ook toe in woonzorgcentra met veel ROB-woongelegenheden. Toch kregen die woonzorgcentra minder middelen om zorgpersoneel mee in te schakelen.

Betere kwaliteit van zorg

Door dit akkoord verandert dat. De financiering van de personeelsinzet voor bewoners met een zwaar zorgprofiel, ongeacht of ze in een RVT of een ROB wonen, wordt sinds 1 juli 2021 gelijkgeschakeld. Daarnaast worden ook op andere vlakken de middelen voor het zorgpersoneel opgetrokken. Dat wil zeggen dat er meer verpleegkundigen en zorgkundigen aan de slag kunnen om een betere kwaliteit van zorg te garanderen.

"Op die manier wordt de ongelijkheid in financiering van bewoners met een zwaar zorgprofiel opgeheven en wordt er bijkomende tewerkstelling gecreëerd om de gestegen zorgzwaarte en hoge werkdruk in de ouderenzorg op te vangen. Het type beheersstatuut van het woonzorgcentrum (OCMW, vzw of commercieel) is daarbij van geen tel, maar wel de betaalbaarheid en de kwaliteit van zorg."

Wouter Beke, minister van Welzijn en Volksgezondheid

Alle veranderingen op een rijtje

Het akkoord heeft effect op verschillende vlakken. We sommen alle veranderingen voor je op:

  • Een gelijke financiering is voor bewoners met eenzelfde zorgprofiel
  • Een hogere gefinancierde personeelsnorm voor ouderen met een zwaar zorgprofiel of dementie, waardoor voorzieningen zowel de middelen als de verplichting krijgen om meer personeel aan te werven.
  • En verhoogde financiering van het deel A2-personeel (bovennorm personeel)
  • Een samenvoeging van de gefinancierde personeelsnorm voor kine/ergo/logo en reactivering, waardoor er een grotere flexibiliteit mogelijk is.
  • Een uitbreiding van de lijst die de kwalificaties bepaalt die in aanmerking komen als reactiveringspersoneel waardoor de woonzorgcentra meer diverse profielen kunnen aantrekken.

Reactie Vlaamse Ouderenraad

"De Vlaamse Ouderenraad hamert hier al lang op in zijn adviezen. De coronacrisis heeft de noden alleen maar scherper in beeld gebracht. We zijn dus zeer tevreden dat, na al die jaren, de ouderenzorg duidelijk de erkenning krijgt die ze verdient en de bewoners de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Dit is een belangrijke stap vooruit voor de residentiële ouderenzorg."

Nils Vandenweghe, directeur Vlaamse Ouderenraad

Toegevoegd op 2 juli 2021