Toekomstige treinen wél voor iedereen toegankelijk

Toekomstige treinen wél voor iedereen toegankelijk

treinen toegankelijk nmbs

Begin dit jaar betreurden we nog dat er de komende 30 jaar geen toegankelijk treinen zullen zijn. Daar lijkt de NMBS nu op terug te komen. Zij laten nu weten dat dit “een gemiste kans” was en dat dit bij een volgende bestelling rechtgezet wordt.

De opstaphoogte van de vorige bestelling treinen, die sinds enkele weken in gebruik zijn, is hoger dan de gemiddelde perrons. Dat zorgt dus voor heel wat toegankelijkheidsproblemen. Vandaag noemt de NMBS die eerste bestelling van M7-rijtuigen 'een gemiste kans'.

“Door het hoogteverschil tussen de deur en het perron blijft voor reizigers met een beperkte mobiliteit jammer genoeg assistentie nodig. Dat willen we rechtzetten. We willen dat reizigers volledig zelfstandig kunnen zijn van begin- tot eindhalte. Onze visie is geëvolueerd.”

Woordvoerder van de NMBS, Dimitri Temmerman

Alle nieuwe M7-rijtuigen die de NMBS bestelt zullen daarom ‘autonoom toegankelijk’ moeten zijn. Als de deur opent zal een uitschuiftrede de afstand tussen trein en perron overbruggen, zodat reizigers met een beperkte mobiliteit, zoals rolstoelgebruikers, minder mobiele ouderen, slechtzienden, reizigers met een fiets of met een kinderwagen,  zelfstandig en in alle comfort kunnen op- en afstappen.

Slechts een stuk van de puzzel

De toegankelijke treinen passen in het nieuwe toegankelijkheidsbeleid van de NMBS, maar ze zijn slechts één stuk van de puzzel. Ook in veel stations zijn aanpassingen nodig, opdat reizigers zich autonoom kunnen verplaatsen naar het perron. Tegen 2025 wil NMBS het aantal ‘integraal toegankelijke stations’ verdubbelen, van 78 naar 150. Een station is integraal toegankelijk als het onder andere voorzien is van hellingen en liften naar elk perron, blindegeleidelijnen, eenvoudig bereikbare ticketautomaten.

NMBS werkt ook aan een mobiele applicatie, waarmee reizigers met een beperkte mobiliteit ‘sneller en eenvoudiger assistentie kunnen aanvragen’.

Bron: De Standaard

Toegevoegd op 9 oktober 2020