Waarom de ouderenzorg wel een stemtest waard is

Waarom de ouderenzorg wel een stemtest waard is

Waarom de ouderenzorg wel een stemtest waard is

Nils Vandenweghe betreurt dat geen enkele stemtest wakker ligt van de ouderenzorg. Toch zijn er heel wat prioriteiten voor het Vlaamse en federale zorgbeleid dat politieke partijen de komende jaren moeten uitvoeren.

Waar is de zorg? Het zou een leuke variant kunnen zijn op "Waar is Wally?", maar dan met de stemtests die de voorbije weken wijdverspreid verschenen. Want zelfs na lang zoeken vind je de zorg er niet in terug. 

Laat ons even brainstormen over mogelijke meningsverschillen:

  • Mensen moeten verplicht bijspringen wanneer hun ouders de factuur van het woonzorgcentrum niet kunnen betalen.
  • Wie jarenlang ongezond leefde, moet meer betalen voor zijn zorg.
  • Mensen hun jaarlijkse bijdrage aan de Vlaamse Sociale Bescherming moet sterker variëren volgens inkomen.

Het zijn maar enkele stellingen die in een Vlaamse of federale stemtest hadden kunnen zitten en die ons iets zinnigs kunnen leren over het zorgbeleid dat politieke partijen de komende jaren willen voeren. Maar helaas: geen enkele stemtest nam ze op. Noch een andere stelling over de zorg.

Dat het op een na zwaarste beleidsdomein binnen de Vlaamse begroting zo afwezig kan zijn in het verkiezingsdebat, is opmerkelijk

Dat het op een na zwaarste beleidsdomein binnen de Vlaamse begroting zo afwezig kan zijn in het verkiezingsdebat, is opmerkelijk. Zeker gezien de uitdagingen die er in de komende jaren aankomen, onder meer door de groeiende diversiteit en de vergrijzing.

Niet dat er geen voer is voor discussie en verontwaardiging. Wanverhalen halen altijd vlot de media, maar ook beleidsmatig zit ons zorgbeleid nog schots en scheef in elkaar. Sta me toe er drie elementen uit te pikken.

Een handicap na 65?

Beeld u in: op uw 65e, de dag na uw pensionering, belandt u in een verkeersongeluk en verliest u uw onderbenen. Allicht rekent u dan op de ondersteuning voor mensen met een handicap, om toch zoveel mogelijk levenskwaliteit en autonomie te kunnen behouden. Maar helaas: voor de wet bent u niet gehandicapt, maar eigenlijk gewoon oud geworden.

Dat basisondersteuningsbudget van 300 euro kunnen we u dus niet geven, noch een persoonlijke assistent of de hogere premies voor woningaanpassingen, laat staan een persoonsvolgend budget voor personen met een handicap. Oeps. Maar geen paniek: de komende 30 jaar bent u welkom in het woonzorgcentrum.

Was het niet zo schrijnend, je zou denken dat het om te lachen was. Toch is dat - regering na regering - al jaren het Vlaamse antwoord. Het is wachten op een partij die van die flagrante discriminatie tussen mensen met een beperking een breekpunt durft maken.

Een waardig levenseinde in 41 seconden

We maken de sprong naar het einde van de levensloop. 41 seconden. Dat is hoeveel extra palliatieve zorg het personeel in een woonzorgcentrum kan bieden in aanloop naar en tijdens het levenseinde van mensen. 41 seconden per dag.

In een ideale wereld betekent dat: zorgen voor geborgenheid, met de bewoner en familie in dialoog gaan over de laatste levenswensen, hen psychosociaal bijstaan, comfortzorg bieden, de integriteit en waardigheid van mensen doorheen hun stervensproces garanderen, een goed overleg met medezorgverstrekkers,… Zorgen voor een warm afscheid dus.

Maar helaas, de Vlaamse middelen zijn wat ze zijn: 36 cent per dag, goed voor 41 seconden extra aandacht. Onze innige deelneming.

Ontoereikende middelen voor 1 op 5 bewoners

Tot overmaat van ramp is ook de basiszorg die mensen in woonzorgcentra krijgen een loterij. Want nog steeds ontbreekt voor bijna 1 op 5 bewoners met zware zorgnoden een aangepaste financiering. Zij vallen terug op basismiddelen die een kwart tot bijna de helft lager liggen dan nodig.

We falen als een warme samenleving

Dat leidt tot twee mogelijke scenario’s: ofwel is de zorg ondermaats en komen we in schrijnende taferelen terecht. Ofwel neemt men meer personeel aan, maar gaat de factuur voor de bewoners omhoog. Goede zorg is er dan enkel voor wie ze kan betalen.

In beide gevallen falen we als warme samenleving.

Waar leggen we de ambitie?

Is dit echt hoe we de laatste jaren uit ons leven zelf voor ogen hebben? Is dit hoe we de "doeners" van gisteren en vandaag – de ouders, leerkrachten, vrijwilligers, ondernemers, mantelzorgers - willen omkaderen wanneer ze morgen kwetsbaarder worden? 

Ondanks veel goede wil is het in tal van woonzorgcentra en thuiszorgdiensten pompen of verzuipen voor het personeel. Tegelijk kijkt wie zorg nodig heeft aan tegen wachtlijsten, hoge facturen, en onzekerheid over kwaliteit. Slechts druppelsgewijs wordt daar iets aan gedaan.

Een becijfering leert ons dat 500 miljoen euro het absolute minimum is om tijdens de komende legislatuur de situatie in de thuiszorg en residentiële zorg voor ouderen recht te trekken

Dat moet radicaal beter. Een becijfering leert ons dat 500 miljoen euro het absolute minimum is om tijdens de komende legislatuur de situatie in de thuiszorg en residentiële zorg voor ouderen recht te trekken. En dan zitten we nog lang niet op het niveau van de ideale zorg, maar louter op wat we vandaag als het minimum aan basiszorg en ondersteuning zien.

Dat is geen kleine uitdaging. Hoe we dat kunnen waarmaken, daar schuilen op z’n minst een aantal interessante debatten in. Over betaalbaarheid. Over commercialisering. Over inspraak en ondersteuning. En over nog veel meer.

Nu nog wachten op een stemtest die daarvan wakker ligt.

Je kan dit opiniestuk ook terugvinden op vrtNWS.