België scheert hoogste toppen in gebruik antipsychotica in woonzorgcentra - Vlaamse Ouderenraad reageert
“1 op 3 bewoners van woonzorgcentra krijgt antipsychotica voorgeschreven, en dat is alarmerend veel”, zo kaart PANO in een nieuwe reportage aan. De Vlaamse Ouderenraad reageert: “Medicatiegebruik mag nooit de eerste en enige reflex zijn bij signalen van psychisch onwelzijn of moeilijk hanteerbaar gedrag.” De organisatie vraagt om een sterker beleid rond psychisch welzijn en geestelijke gezondheidszorg in woonzorgcentra.
Scheefgetrokken situatie
In zijn campagne ‘Kopzorgen Verdienen Zorg’ kaartte de Vlaamse Ouderenraad al aan dat ouderen met psychische problemen te vaak enkel medicatie krijgen voorgeschreven. Dat geldt voor bewoners van woonzorgcentra, maar ook voor thuiswonende ouderen.
Artsen grijpen bij ouderen vaak naar farmacologische oplossingen", zegt Nils Vandenweghe, directeur Vlaamse Ouderenraad. "Tegelijk worden ouderen amper toegeleid naar psychische hulp. Uit de Gezondheidsenquête van 2018 blijkt bijvoorbeeld dat 72% van de 75-plussers die een depressie doormaakten, hiervoor medicatie nam. In contrast hiermee zien we dat slechts 5,3% van hen beroep deed op psychotherapie. Dat is een volledig scheefgetrokken situatie."
Verschillende oplossingen
De Vlaamse Ouderenraad schuift verschillende oplossingen naar voor. “Huisartsen en coördinerende raadgevende artsen in woonzorgcentra moeten eerst en vooral nog meer gesensibiliseerd worden over psychisch welzijn en medicatiegebruik bij psychische problemen op oudere leeftijd. Zij moeten, samen met alle andere medewerkers van woonzorgcentra, uitgedaagd worden om te reflecteren over het gebruik van psychofarmaca. Het kan niet dat dit voor 1 op 3 bewoners een standaard onderdeel is van de dagelijkse zorg.”
Tegelijk blijft er nood aan oplossingen voor de personeelsschaarste in de sector. “Als medewerkers van woonzorgcentra tijd en ruimte krijgen om echt met bewoners en hun mantelzorgers in gesprek te gaan en hen goed te leren kennen, dan leren ze sneller de oorzaken van het psychisch onwelzijn bij de bewoner herkennen. Het verkleint ook de drempel om in gesprek te gaan, bijvoorbeeld over moeilijk hanteerbaar gedrag”, aldus Vandenweghe. “De verhalen in de PANO-reportage illustreren dat mantelzorgers vaak nog te weinig betrokken worden in de zorg voor hun naaste. Nochtans kent niemand de bewoner beter dan zij en willen ze vaak ook actief betrokken worden.”
De Ouderenraad kaart bovendien aan dat er te weinig verbinding is tussen de residentiële ouderenzorg, zoals een woonzorgcentrum, en de geestelijke gezondheidszorg. Vandenweghe: “Door daar meer op in te zetten, zal niet alleen de aandacht voor het psychisch welzijn in het woonzorgcentrum verscherpen, ook zullen medewerkers meer beroep kunnen doen op externe expertise en uitwisselen met andere zorgprofessionals. Dat leidt tot een beter inzicht in gedrag dat als storend ervaren wordt.”
Tot slot pleit de Ouderenraad voor de inzet van een interne psycholoog in de dagelijkse werking van woonzorgcentra: “Een psycholoog kan zorgen voor een mentaliteitswijziging door teams te begeleiden, advies te geven en met een andere bril naar bewoners met een complexe problematiek te doen kijken. Daar ontbreken op dit moment echter stimulansen voor.”
Beloftevolle projecten in de sector
Ook de sector denkt na over alternatieve oplossingen. Zo is er Project Odette van Odisee hogeschool. De initiatiefnemers trachten het percentage bewoners met dementie die symptomen van agitatie en agressie vertonen of een depressie doormaken, op andere manieren te doen dalen, bijvoorbeeld door muziek, massage- of aromatherapie, contact met dieren, beweging, creatieve momenten, snoezelen of herinneringen.
In een pilootstudie met enkele woonzorgcentra daalde na twee weken het percentage bewoners met dementie die symptomen van agitatie en agressie vertoonden met 26%. Het aantal bewoners met symptomen van depressie daalde in dezelfde periode met 12%. “Geen enkel geneesmiddel kan zulke cijfers aantonen en toch kiezen we in de eerste plaats voor een farmacologische aanpak” aldus de onderzoekers.
Vrijheidsbeperking in woonzorgcentra
Het gebruik van psychofarmaca kadert voor de Vlaamse Ouderenraad ten slotte binnen de ruimere uitdagingen rond vrijheidsbeperking in woonzorgcentra. Fysieke fixatie, waarbij bewoners hun bewegingsvrijheid beperkt wordt, is nog steeds veelvoorkomend in woonzorgcentra. Overdag wordt 1 op 6 bewoners fysiek gefixeerd. ‘s Nachts gaat het zelfs om 1 op 3 bewoners. Dat blijkt uit de meest recente Kwaliteitsindicatoren in woonzorgcentra.
“Er is een duidelijkere wetgeving en actievere handhaving nodig die verzekeren dat alle vormen van fixatie, zowel fysieke als chemische (zoals psychofarmaca), pas als laatste redmiddel ingezet worden", weet vandenweghe. "Want dat is waar het om draait: zorgen dat mensen zelf hun leven in handen kunnen houden, ook wanneer hun zorgnoden complexer worden.”