"België blijft muisstil in VN-debat rond ouderenrechten"

"België blijft muisstil in VN-debat rond ouderenrechten"

“Internationaal groeit de consensus rond de nood aan een verdrag voor de mensenrechten van ouderen. Toch slepen de Belgische regeringen met de voeten”, stelt Nils Vandenweghe, directeur van de Vlaamse Ouderenraad. Naar aanleiding van 1 oktober, de internationale dag van ouderen, kaart de organisatie de gaten en pijnpunten in de internationale mensenrechtenbescherming van ouderen aan. “Ons land kan niet achterblijven en moet het debat mee durven aangaan.”

Geen reden tot vieren

14 december 1990, was het, toen de VN besliste 1 oktober voortaan als Internationale Dag van Ouderen te vieren. Al blijft dat ‘vieren’ vandaag, 32 jaar later, toch dubbel proeven. Tijdens de coronacrisis legde de tegenspoed in woonzorgcentra en in de thuiszorg de structurele uitdagingen en ongelijkheden waar de ouderenzorg al sinds jaar en dag mee kampt pijnlijk hard bloot.



Maar ook los van pandemieën zijn ouderen wereldwijd vaak extra kwetsbaar voor mensenrechtenschendingen. ‘Oud zijn’ blijft tot op vandaag voor veel mensen synoniem aan aftakeling. Aan niet meer mee zijn met de tijd. Aan vastgeroest zijn en moeilijker nieuwe dingen aanleren. Aan hulpbehoevend en kwetsbaar zijn. Daardoor worden oudere mensen wereldwijd geconfronteerd met discriminerende stereotypen en opvattingen omwille van hun leeftijd.



Vorig jaar lanceerde de Wereldgezondheidsorganisatie een rapport waaruit blijkt dat 1 op 2 personen op een negatieve manier naar ouderen kijkt. En in Europa krijgt 1 op 3 mensen ouder dan 65 met ageïsme te maken. Dat wil zeggen dat zij gediscrimineerd, beledigd of minderwaardig behandeld worden, enkel en alleen op basis van hun leeftijd.

Versnipperde en ontoereikende bescherming

Frappant is dat de huidige VN-mensenrechtenverdragen leeftijdsdiscriminatie niet expliciet verbieden, in tegenstelling tot discriminatie op basis van bijvoorbeeld ras, gender, beperking, overtuiging en seksuele oriëntatie. Bij het schrijven van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948 was de vergrijzing nu eenmaal nog verre toekomstmuziek. Aan ouderen is toen niet gedacht. Dat historisch gebrek aan aandacht dragen we tot vandaag mee.



Begin dit jaar fileerde de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN het bestaande mensenrechtenkader met het oog op ouderen. De conclusie kon niet duidelijker zijn. Het huidig mensenrechtenkader ter bescherming van ouderen is 'versnipperd', 'inconsistent' en 'significant gebrekkig' met het oog op de situatie van ouderen. Bovendien worden specifieke uitdagingen die relevant zijn naarmate mensen ouder worden onvoldoende gedekt.



Zo wijst de Hoge Commissaris op de gaten en beperkingen van de huidige mensenrechtenverdragen. Gaten op vlak van langdurige en palliatieve zorg, ouderenmis(be)handeling of zelfbeschikking. Maar ook met het oog op aangepaste huisvesting, technologische ontwikkelingen, digitale barrières en de bescherming van ouderen bij noodsituaties zoals natuurrampen en in oorlogsgebieden schieten de huidige verdragen tekort. Dergelijke uitdagingen, verlieservaringen en kantelmomenten naarmate mensen ouder worden, vragen om een meer concrete en duidelijke houvast. En die ontbreekt vandaag. Tegelijk blijven ouderen door het gebrek aan die expliciete aandacht in bestaande verdragen vaak onder de radar in de monitoring van mensenrechtensituaties.

Specifieke verdragen als krachtige hefboom

De vergelijking met de Verdragen voor de mensenrechten van het kind, van vrouwen, van personen met een beperking is snel gemaakt. Niemand kan ontkennen dat die stuk voor stuk een enorm verschil hebben gemaakt. Door de universele mensenrechten te concretiseren op maat van deze doelgroepen. Door hen in het spotlicht te zetten, en mensenrechtenschendingen tegen kinderen, vrouwen en mensen met een beperking aan te klagen.



Want de impact van een mensenrechtenverdrag gaat verder dan enkel het feit dat overheden die rechten moeten respecteren en realiseren. Zo’n verdrag stuurt het beleid, zorgt dat deze mensenrechten actief en aandachtig gemonitord worden, en geeft middenveldorganisaties wereldwijd een krachtige hefboom waarmee ze kunnen opkomen voor wie kwetsbaar is. Ook in landen die zo’n verdrag nog niet ondertekend hebben.

Een wereldwijde uitdaging

Die internationale druk is belangrijk, want niet alleen Westerse landen vergrijzen. Ook in ontwikkelingslanden neemt het aantal ouderen in verhouding enorm toe. In Congo bijvoorbeeld, waar de VN een verdrievoudiging(!) van het aantal 60-plussers verwacht, op amper 30 jaar tijd. Gelijkaardige groeicijfers zie je over heel Afrika en Latijns-Amerika terugkomen.



Veel van die ontwikkelingslanden zijn daar vandaag geheel niet op voorbereid. Volgens de WHO heeft meer dan 60% van de ouderen in ontwikkelingslanden geen toegang tot gezondheidszorg, onder meer door de hoge kostprijs, een gebrek aan transport of omdat zorgaanbieders niet over de noodzakelijke uitrusting beschikken. De publieke gezondheidszorg is er immers vaak slecht uitgerust om aan de langdurige zorg- en ondersteuningsnoden van zorgbehoevende ouderen tegemoet te kunnen komen. En ook op andere vlakken ontbreekt het er vaak aan een omgeving die ouderen helpt actief te blijven deelnemen aan de samenleving.

De internationale consensus groeit ...

Niet alleen de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten is duidelijk voorstander van een Verdrag om de mensenrechten van ouderen zichtbaarder te maken en hoger op de agenda te zetten. Ook een groeiende alliantie van landen waaronder Oostenrijk, Portugal en Slovenië pleit expliciet voor zo’n Verdrag, gesteund door organisaties als Amnesty International, AGE Platform Europe, HelpAge International, Unia en tal van ouderen- en ontwikkelingsorganisaties. Die campagne heeft effect, ook in eigen land: begin 2020 werd een parlementaire resolutie die de federale regering opriep om actie te ondernemen met brede meerderheid goedgekeurd.

... Maar onze federale regering blijft achter

Toch sleept België met de voeten. Ondanks de duidelijke parlementaire resolutie en de schrijnende situaties van ouderen die we wereldwijd tijdens de coronapandemie hebben gezien, blijft de federale regering bij haar oude standpunt hangen, en stuurt ze simpelweg haar kat naar de VN-vergaderingen over de vraag hoe mensenrechten van ouderen beter beschermd kunnen worden.



Hoog tijd voor de federale regering om het Belgische standpunt bij te stellen en een trekkersrol op te nemen voor een betere bescherming van de mensenrechten van ouderen. De bal ligt nu in het kamp van Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib. Het is aan haar om de koers te wijzigen en België te lanceren als trekker in het VN-debat rond mensenrechten van ouderen.