Seksualiteit en intimiteit zijn ook op latere leeftijd belangrijke thema’s in het leven. Onderzoek toont aan dat mensen tot op hoge leeftijd seksueel actief blijven. Seksualiteit in het woonzorgcentrum blijft echter nog al te vaak een taboe. Er bestaat veel onwennigheid bij medewerkers, waardoor ze vaak niet weten hoe te reageren. Dat blijkt uit een onderzoek dat de hogeschool Odissee en consultancybureau JVV Q in Zorg in 2015 hebben uitgevoerd bij 400 medewerkers van woonzorgcentra.
Een aantal resultaten uit het onderzoek:
- Bijna 9 op de 10 medewerkers van woonzorgcentra vinden dat seksualiteit en intimiteit bij het leven en dus ook in een woonzorgcentrum horen, maar toch geeft een kwart van de ondervraagden toe dat ze niet weten wat ze moeten doen wanneer ze bijvoorbeeld geconfronteerd worden met een vrijend koppel.
- Eén op de drie zegt dat er zelfs maatregelen genomen worden om het seksueel gedrag van bewoners af te remmen.
- Ruim 4 op de 10 medewerkers geeft ook aan dat er lacherig gedaan wordt over de thematiek en ongeveer de helft van de ondervraagden vindt dat er te weinig aandacht besteed wordt aan seksualiteit van ouderen.
- 60% van de medewerkers zegt dat bewoners in hun woonzorgcentrum te weinig fysieke privacy hebben. In slechts 29% van de situaties hebben bewoners de mogelijkheid om een ‘niet storen’ bordje aan hun kamer te hangen of om zich terug te trekken in een aparte ruimte.
- Slechts één op vier geeft aan dat er duidelijke mondelinge afspraken zijn rond omgaan met verschillende situaties van seksualiteit. Duidelijke schriftelijke afspraken werd door amper 12% van de deelnemers gerapporteerd.
- 70% van de medewerkers gaven aan dat ze graag meer kennis zouden hebben over seksualiteit bij ouderen. Woonzorgcentra zouden ook best een beleid rond seksualiteit en intimiteit uitstippelen.
Meer informatie
Lees hier het ethisch advies van Zorgnet-Icuro over intimiteit en seksualiteit in de zorg voor ouderen.
Lees hier een artikel van Sociaal.net over dit thema.
Bestel hier het boek ‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg’