In vergelijking met 2018 kreeg Unia, het interfederale centrum voor Gelijke Kansen, vorig jaar minder meldingen over leeftijdsdiscriminatie en opende het hierover ook iets minder individuele dossiers. Dat blijkt uit het cijferverslag over de werkzaamheden van Unia in 2019. Ouderen blijken voornamelijk problemen te ondervinden met bank- en verzekeringsinstanties.

143 dossiers over leeftijdsdiscriminatie

Unia opende in 2019 2 343 nieuwe individuele dossiers over diverse soorten discriminatie. Dat is 6,9% meer dan in 2018. In vergelijking met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar gaat het om een toename met 25,0%.

Er werden vorig jaar 143 nieuwe dossiers over leeftijdsdiscriminatie geopend. In 2018 waren dat er 152. Het aantal nieuwe dossiers blijft dus quasi hetzelfde, maar het aandeel in het totale aantal dossiers daalt wel naar 5.4%.

Ouderen ondervinden problemen met bank- en verzekeringsinstanties

Een blik op de dossiers rond leeftijdsdiscriminatie leert dat het aantal dossiers in verband met goederen en diensten verdubbeld is in vergelijking met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De meeste meldingen komen van personen jonger dan 25 jaar of van personen van 65 jaar en ouder. Ouderen melden het vaakst problemen met de toegang tot bank- en verzekeringsdiensten: vaak gaat het om het weigeren van verzekeringen of om te hoge verzekeringspremies.

Iets minder dan de helft van de geopende dossiers rond leeftijdsdiscriminatie gaat over werk. Hier is het vooral het wervingsproces dat voor de meeste problemen zorgt. Die problemen zijn het grootst voor de leeftijdscategorie 45-54 jaar, gevolgd door die van 55-64 jaar.

Meer informatie

Lees hier het volledige cijferverslag van Unia.