50- en 60-plussers hebben vaak nog een of beide ouders

50- en 60-plussers hebben vaak nog een of beide ouders

50- en 60-plussers hebben vaak nog een of beide ouders

Oudere met steunende hand

Wanneer wordt de Belg wees? Wanneer moet hij voort zonder zijn ouders? Statbel, de instelling die alle cijfers over ons land bijhoudt, becijferde het voor het eerst. De mediane leeftijd - de leeftijd die alle Belgische wezen in twee gelijke groepen splijt - is 52 jaar. De ene helft van de Belgen verloor dus voor zijn 52ste zijn beide ouders, de andere helft na zijn 52ste. Maar nog interessanter is dat het wezenonderzoek ons leert dat meer dan 1 miljoen 50- en 60-plussers nog een of beide ouders hebben en vaak ook kleinkinderen. Dat is de zogenaamde sandwichgeneratie, die zowel voor jong als oud zorgt.

Gesandwicht tussen generaties

Meest opvallend is het hoge cijfer van de 50-plussers (810.851) en 60-plussers (237.535) die nog geen wees zijn. “Dit zijn meer dan 1 miljoen Belgen. Eindelijk hebben we zicht op de omvang van de zogenaamde sandwichgeneratie: mensen die enerzijds meehelpen in de opvang van de kleinkinderen en anderzijds een deel van de mantelzorg voor hun ouder(s) op zich nemen. Die generatie ging tot voor kort net daarom massaal op vervroegd pensioen. Maar ondertussen zijn de voorwaarden daarvoor flink verstrengd. En wordt de pensioenleeftijd opgetrokken”, aldus Statbel.

Ook de Vlaamse Ouderenraad schrikt van de hoge cijfers van de sandwichgeneratie. “Hier moet Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) zeker eens naar kijken”, zegt directeur Nils Vandenweghe. “Nog heel veel zestigers en zeventigers dragen zorg voor hun ouders van 90 jaar of ouder. Dat is niet altijd even evident, ongeacht of die nu thuis wonen of in een woonzorgcentrum. Sommige van deze zeventigers krijgen stilaan zelf ook met gezondheidsproblemen te kampen, of hebben het minder breed. We moeten zorgen dat mensen in deze situatie vlot gebruik kunnen maken van de juiste ondersteuning en zorg wanneer ze die nodig hebben. De huidige besparingen baren ons op dat vlak sterke zorgen.”