De minimuminkomens in Vlaanderen beschermen niet altijd tegen armoede. Dat blijkt uit een evaluatie door het Centrum voor budgetadvies en -onderzoek (CEBUD) van Thomas More hogeschool.
Een structureel tekort aan inkomen heeft een negatieve impact op andere levensdomeinen. Ook zorgt het voor psychosociale problemen die maken dat mensen moeilijk uit hun armoedesituatie kunnen ontsnappen. Om armoede te bestrijden, is een menswaardig inkomen essentieel. CEBUD evalueerde de doeltreffendheid van de minimuminkomens in 2020 door de netto besteedbare minimuminkomens uit sociale bijstand, sociale zekerheid en arbeid te vergelijken met het referentiebudget.
Referentiebudgetten?
Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten en geven een antwoord op de vraag: “Hoeveel inkomen heeft een gezin minimaal nodig om volwaardig te participeren aan de maatschappij?”
In de modellen wordt verondersteld dat de gezinsleden in goede gezondheid verkeren, geen eigen wagen nodig hebben om voldoende mobiel te zijn en over de nodige vaardigheden beschikken om bijvoorbeeld prijzen te vergelijken en informatie op te zoeken. In praktijk is de situatie van deze gezinnen vaak anders en hebben zij dus vaak een hoger inkomen nodig om volwaardig te kunnen participeren.
Onvoldoende bescherming
Het onderstaande overzicht toont aan dat de netto besteedbare inkomens uit sociale bijstand en sociale zekerheid bijna altijd onvoldoende zijn wanneer het gezin een woning huurt op de private woningmarkt. Maar ook éénverdienersgezinnen (slechts één volwassene van het gezin werkt) beschikken niet altijd over een menswaardig inkomen wanneer zij voltijds werken aan een minimumloon en een private woning huren.
Doeltreffendheid van de minimuminkomens voor 4 gezinstypes (alleenstaande, alleenstaande met kind in lager en secundair onderwijs, koppel met kind in lager en secundair onderwijs, koppel 65+) in 2020. De gezinnen verkeren in goede gezondheid, bezitten geen eigen wagen en huren een woning op de private huurmarkt.
Impact van sociale voordelen
De doeltreffendheid van het minimuminkomen hangt ook af van de uitgaven voor noodzakelijke goederen en diensten. Er zijn verschillende sociale voordelen die de uitgaven voor financieel kwetsbare groepen moeten beperken, zoals de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). In onderstaande grafiek is de impact van 13 sociale voordelen weergegeven. Opnieuw blijkt dat die sociale voordelen meestal onvoldoende zijn om te komen tot een menswaardig inkomen.
De impact van veel voorkomende sociale voordelen en sociale huisvesting op de doeltreffendheid van de minimuminkomens voor 4 gezinstypes (alleenstaande, alleenstaande met kind in lager onderwijs en secundair onderwijs, koppel met kind in lager en secundair onderwijs, koppel 65+) in 2020.
Belangrijk is ook dat veel gezinnen die recht hebben op sociale voordelen, deze niet opnemen. Dat komt omdat ze veel drempels ervaren, zoals een gebrek aan informatie of complexe aanvraagprocedures.
Impact van sociale huisvesting
Wanneer de gezinnen bovenop de sociale voordelen ook een sociale woning kunnen huren, zullen de minimuminkomens voor de meeste gezinnen wel (nipt) voldoende zijn om menswaardig te leven. Maar voor koppels met kinderen in het lager of secundair onderwijs die leven van een leefloon of minimum werkloosheidsuitkering, blijven ook dan de minimuminkomens te laag.
Ook kan niet iedereen die recht heeft op een sociale woning, kan hierop beroep doen. De wachtlijsten zijn lang en blijven toenemen: eind 2020 stonden er bijna 170.000 kandidaat-huurders op de wachtlijst.
Nood aan sterk beleid
De minimuminkomensbescherming garandeert in Vlaanderen dus niet altijd een menswaardig inkomen. CEBUD schuift daarom enkele oplossingen naar voren, zoals het optrekken van de brutobedragen van de minimumuitkeringen en het verhogen van de sociale toeslagen van het groeipakket voor financieel kwetsbare gezinnen.
Het beleid kan volgens CEBUD ook inzetten op het beperken van de kostprijs van noodzakelijke goederen en diensten zoals gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs en energie. Het verruimen van het aanbod sociale huurwoningen is hierin cruciaal volgens de onderzoekers. Het beperken van de huisvestingskost heeft immers de grootste impact op het budget van gezinnen met een beperkt inkomen.
Rol van OCMW’s
CEBUD laat nog weten dat, zelfs wanneer de minimuminkomens worden opgetrokken tot het niveau van de referentiebudgetten, gezinnen met extra behoeften nood zullen blijven hebben aan financiële steun en begeleiding. De onderzoekers zien het OCMW het meest geschikt om deze steun, op maat van iedere cliënt, te bieden.
OCMW’s geven echter aan over onvoldoende middelen te beschikken om al die gezinnen te ondersteunen. Ook daar moet dus verandering in komen volgens CEBUD. Pas dan zullen OCMW’s hun rol als laatste sociaal vangnet ten volle kunnen realiseren.
Meer informatie
Wil je meer weten over het onderzoek? Surf naar de website van CEBUD.