In 2019 ontvingen vrouwen in de Europese Unie gemiddeld 29% minder pensioen dan mannen. In vergelijking met 2010 is de genderpensioenkloof met 4.5 procentpunten afgenomen. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat. Met een kloof van 31,9% ligt er ook in België nog veel werk op tafel om dit verschil weg te werken.
Nationale verschillen
Hoewel vrouwen in alle EU-lidstaten geconfronteerd worden met lagere pensioenen, zijn er toch grote verschillen in de pensioenkloof. De twijfelachtige eer om koploper te zijn gaat naar Luxemburg, waar vrouwen 44% minder pensioen ontvangen dan mannen. Ook in Malta en Nederland (net geen 40%) gaapt er een wijde kloof.
Met gemiddeld 2% minder pensioen bevinden de Estse vrouwen zich aan de andere kant van het spectrum. Denemarken (7,4%) en Hongarije (10,4%) behoren ook tot de betere leerlingen van de klas.
Risico op armoede
In 2019 bedroeg in de EU het aandeel gepensioneerden boven 65 jaar dat een risico op armoede liep 15,1%. Ook hier ligt de proportie vrouwelijke gepensioneerden met een risico op armoede 4 procentpunten hoger dan de proportie mannelijke gepensioneerden.
Meer informatie
Over de genderpensioenkloof lees je hier meer (in het Engels).