Barometer Digitale Inclusie: Verschillen in inkomen en opleiding bepalen mee de digitale kwetsbaarheid van ouderen

Barometer Digitale Inclusie: Verschillen in inkomen en opleiding bepalen mee de digitale kwetsbaarheid van ouderen

Barometer Digitale Inclusie: Verschillen in inkomen en opleiding bepalen mee de digitale kwetsbaarheid van ouderen

barometer

Middenveld en overheden ondernamen de afgelopen jaren heel wat inspanningen om digitale vaardigheden aan te scherpen en de toegang tot de digitale wereld te bevorderen. Desondanks neemt het aantal Belgen dat digitaal achterop loopt nog toe.

Met 46% is bijna 1 op de 2 Belgen digitaal kwetsbaar. Naast 7% niet-gebruikers, heeft 39% van de Belgen zwakke digitale vaardigheden. In 2019 lag het niveau van digitale kwetsbaarheid nog op 40%. Ouderen* lopen een groter risico op digitale uitsluiting, maar het inkomens- en opleidingsniveau spelen een belangrijke rol bij de toegang en het gebruik van onlinediensten. 

Toegang tot apparatuur en onlinediensten

In 2021 beschikte 57% van de 55- tot 74-jarigen in België over een laptop. Bij ouderen met een inkomen van minder dan 1400 euro, daalt dat cijfer naar 44%. Voor ouderen met een inkomen van meer dan 3200 euro, neemt het toe tot 68%.

3 op 4 ouderen tussen 55 en 74 jaar bezit een smartphone en 38% heeft een tablet.  Het inkomen heeft ook een sterke impact op het al dan niet hebben van een internetaansluiting thuis. Bij ouderen met een hoog inkomen is dat voor 99% het geval, bij ouderen met een laag inkomen slechts in 7 op de 10 gevallen.

Verschillen naargelang inkomensniveau

De verschillen in digitale vaardigheden bij ouderen naargelang het inkomensniveau, zijn de afgelopen twee jaar toegenomen. Van de ouderen met een comfortabel inkomen, heeft in 2021 44% weinig digitale vaardigheden. Dat percentage loopt op tot 76% bij leeftijdgenoten met een laag inkomen.

Meer dan 8 op 10 ouderen met een lage opleiding beschikt over beperkte digitale vaardigheden. Het percentage ouderen met zwakke vaardigheden en een laag inkomen, is in twee jaar tijd met 12% gestegen. Slechts 6% van deze groep beschikt over gevorderde digitale vaardigheden. Een verzwakking van de digitale vaardigheden wordt ook opgemerkt bij ouderen die het financieel breder hebben (+14%).  

Gebruik van onlinediensten

Uit de barometer blijkt dat slechts 40% van de 55- tot 74-jarigen met een laag inkomen gebruik maakt van digitale gezondheidsdiensten. Bij hun meer welgestelde generatiegenoten gaat het om 60%. Dat is een verontrustend cijfer, want financiële onzekerheid is sowieso al een factor om geen beroep te doen op gezondheidszorg.

In totaal maakt 47% van de 55- tot 74-jarigen wel gebruik van onlinediensten. 78% doet aan digitaal bankieren. Bij de ouderen met een inkomen van meer dan 3200 euro, neemt dat cijfer toe naar 89%. Bij ouderen met een inkomen van minder dan 1400 euro, is dat cijfer in twee jaar tijd met 7 punten gedaald (naar 63%). 2 op 3 ouderen regelt administratieve taken online, al is er een kloof van 26 procentpunten tussen de inkomensniveaus.

Regionale verschillen

Waar een gelijkaardig percentage ouderen in de drie gewesten gebruik maakt van digitale toepassingen om administratie te regelen, scoren de Vlaamse ouderen tussen 55 en 74 jaar beter op het gebruik van e-bankieren en e-gezondheid. Zo verklaart meer dan één op twee 55- tot 74-jarigen in Vlaanderen in 2021 digitaal te bankieren, tegenover 37% en 36% van hun Waalse en Brusselse leeftijdsgenoten.

Aanbevelingen

De resultaten van de barometer geven duidelijk aan dat het toenemend gebruik van complexe toepassingen in een hyperdigitale samenleving de positie van digitaal kwetsbare mensen nog meer aan het wankelen brengt. Ze ervaren druk om digitale technologieën te gebruiken en om continu hun digitale vaardigheden bij te schaven. Maar de middelen die dat mogelijk maken, zijn ongelijk verdeeld over de bevolking. Digitaal kwetsbare mensen worden bijgevolg met drempels geconfronteerd, waar ze op eigen kracht niet overheen geraken.

Voor de Vlaamse Ouderenraad blijft het daarom essentieel dat er voldoende rekening wordt gehouden met de mensen die niet of minder digitaal vaardig zijn. In ons advies over digitale inclusie van ouderen pleiten we er onder andere voor om bij dienstverlening naast de digitale kanalen ook te blijven inzetten op andere kanalen, zoals telefonisch contact of hulp aan een loket. Ook bij de ontwikkeling van digitale applicaties, moeten gebruikers voldoende worden betrokken. Alleen op die manier is er oog voor de gebruiksvriendelijkheid en kunnen ook digibeten de applicaties makkelijk(er) gebruiken. 

* Doordat de enquête over het ICT-gebruik door huishoudens en individuen geen gegevens bevat over personen ouder dan 74 jaar, is er jammer genoeg een blinde vlek voor de oudste leeftijdsgroep in onze samenleving. Dat kan leiden tot een vertekening van de werkelijke digitale uitsluiting problematiek van de volledige groep ouderen in België.