In februari kondigde De Lijn nieuwe tarieven aan. De afgelopen weken waren er al vermoedens over hoe die er uit zouden zien, maar dat was nog niet glashelder. Nu werden de nieuwe tarieven bekendgemaakt en krijgen we duidelijkheid. Ouderen zullen in de toekomst een vijfde meer betalen, zowel voor een standaardticket als voor een Omnipas 65+. We zetten alles op een rijtje en geven onze bedenkingen bij de verhogingen.
Wat verandert er?
De prijs van een ticket voor één rit stijgt van 2,5 naar 3 euro. Dat is een vijfde meer. Retour betaal je dus 6 euro in plaats van 5 euro. Een dagticket stijgt van 7,5 naar 9 euro. Een tienrittenkaart gaat van 17 euro naar 21 euro per kaart.
Vooral over de Omnipas 65+ (jaarabonnement) was er nog onduidelijkheid. We weten nu met zekerheid dat deze pas vanaf april 67 euro in plaats van 56 euro zal kosten. Een stijging van 11 euro en dus een vijfde duurder dan voorheen. Voor wie recht heeft op een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO), is er op die pas wel een korting voorzien. Zij betalen vanaf april 54 euro in plaats van 46 euro. Een stijging van 17%.
Kan de prijs nog meer stijgen in de toekomst?
De Lijn krijgt in de toekomst tariefautonomie. Dat wil zeggen dat de vervoersmaatschappij zelf haar tarieven kan bepalen. Hoe groot deze stijging zal zijn en over welke tijdspanne, werd nog niet gecommuniceerd.
Hoe kijkt de Vlaamse Ouderenraad naar de nieuwe tarieven?
We vrezen voor meer mensen in vervoersarmoede. Veel ouderen zijn afhankelijk van het openbaar vervoer van De Lijn. In het kader van basisbereikbaarheid, maar ook voor verplaatsingen in functie van de belangrijke rol die zij opnemen als werknemer, familielid, mantelzorger, vrijwilliger, … of om zich te verplaatsen naar een activiteit of een zorgafspraak. Bovendien willen zij actief en zelfstandig zijn en blijven.
Duurdere tarieven kunnen ervoor zorgen dat sommige ouderen deze rollen niet meer opnemen, geen beroep meer kunnen doen op diensten of beperkt worden in hun vrijheid en zelfstandigheid. Het overschakelen op een alternatieve manier van vervoer is bovendien niet voor iedereen haalbaar, zeker niet in gebieden waar die alternatieven ontbreken.
Een stijging van bijna 20%, terwijl de dienstverlening soms te wensen overlaat, vindt de Vlaamse Ouderenraad tegenstrijdig. Uit recente cijfers blijkt bovendien dat één op de tien ritten van het flexvervoer geweigerd wordt door De Lijn, onder meer in Limburg en de Westhoek. Net dat zijn de regio’s waar vaak geen alternatieve vormen van openbaar vervoer worden aangeboden.
Dat het gratis abonnement voor personen met een beperking blijft bestaan, juichen we toe. Ook is het een goede zaak dat het systeem blijft bestaan waarbij sommige steden en gemeenten tussenkomen in de kosten, zoals bij een gratis busrit op de dag van de wekelijkse markt.
Verder zijn we blij dat de Vlaamse Overheid zal investeren in nieuwe, duurzame bussen en trams. Wij dringen echter nog eens aan op de toegankelijkheid van deze voertuigen, alsook het onderhoud ervan zodat de systemen om personen met beperkte mobiliteit op het voertuig te helpen, ook effectief operationeel zijn.
Daarnaast blijven we benadrukken dat er voldoende Lijnwinkels moeten zijn om mensen te begeleiden bij het aankopen van een ticket of abonnement en bij het inplannen van hun reis.