Het afschaffen van de opkomstplicht tijdens de lokale verkiezingen van oktober 2024 heeft vooral impact gehad op jongeren, mensen van niet-Belgische herkomst en kortgeschoolden. Dat blijkt uit een onderzoek van de UGent. 65-plussers hebben er minder effect van ervaren: 86% van hen trok naar het stemhokje op 13 oktober 2024. De Vlaamse regering blijft verdeeld over een eventuele herinvoering van de opkomstplicht.
Impact afschaffen opkomstplicht
Sinds de vorige gemeente- en provincieraadsverkiezingen is het voor kiezers wettelijk niet langer verplicht om naar het stemhokje te gaan bij de lokale verkiezingen. In opdracht van Vlaams minister van Binnenlands bestuur, Hilde Crevits, werd een evaluatierapport opgemaakt. Zowel de impact van de maatregel als de motivatie en het gedrag van kiezers werden onderzocht.
63,5% van de stemgerechtigden in Vlaanderen bracht op 13 oktober een stem uit. Dat is 29% minder dan in 2018, de vorige lokale en provinciale verkiezingen. Het cijfer is vergelijkbaar met Nederland toen de opkomstplicht daar verdween in 1970.
Verschil tussen gemeenten
De opkomstcijfers lopen sterk uiteen tussen de gemeenten in Vlaanderen. De helft van de gemeenten kent een opkomst tussen de 62 en 68%. Er zijn meer stemmers in gemeenten waar een groter aandeel van de bevolking hoger opgeleid is en een groter inkomen heeft. De opkomst ligt ook hoger in gemeenten waar de sociale cohesie groter is. In stedelijke omgevingen waar het inwonersaantal, de diversiteit en de dichtheid het grootst zijn, zijn er dan weer minder stemmers.
In kleinere plattelandsgemeenten vormt het feit dat de bewoners meestal een kandidaat kennen een motivatie om te gaan stemmen.
Leeftijd speelt een rol
Leeftijd bepaalt mee of mensen gaan stemmen. 86% van de 65-plussers in Vlaanderen trok naar het stemhokje op 13 oktober 2024. Bij de 18 tot 24-jarigen gaat het maar om 55%.
Waarom gingen mensen (niet) stemmen?
Gaan stemmen blijkt in grote mate een positieve keuze. Een aantal belangrijke redenen:
- 64% van de stemmers deed dat omdat hij of zij het een burgerplicht vindt.
- 53% wijst naar de strijd die vorige generaties hebben moeten voeren voor het algemeen stemrecht.
- 81% van de stemmers was altijd al van plan was om te gaan stemmen. Voor hen is het een princiepskwestie.
- Voor 44% van de stemmers is het vooral een gewoonte.
Daarnaast willen stemmers een politiek doel bereiken:
- 47% stemde om een welbepaalde partij te steunen.
- 48% wenste een kandidaat te steunen.
- Anderen willen met hun stem veeleer iets verhinderen. Zo stemde 45% om te voorkomen dat een partij waar hij of zij niet achter staat, de verkiezingen wint.
25% van de mensen die niét gingen stemmen, deed dat omdat men geen interesse in de politiek heeft. De belangstelling in politiek vergroot sterk de kans dat een persoon deelneemt aan de verkiezingen.
Herinvoering van de opkomstplicht?
Het Vlaamse regeerakkoord voorzag enkel dat er een evaluatie moest komen van de afschaffing van de opkomstplicht voor de lokale en provinciale verkiezingen. Over een eventuele herinvoering van de opkomstplicht staat niks vermeld. Er is dan ook geen eensgezindheid onder de Vlaamse coalitiepartners.
Minister Crevits reageert dat mensen overtuigd moeten worden om gebruik te maken van hun stemrecht bij de lokale en provinciale verkiezingen. Door bestaande drempels weg te nemen, maar ook door pistes zoals stemmen per brief te onderzoeken.